Nu er een nieuwe ruimte is tussen ons en de ander valt pas op hoe ‘vol’ onze ruimte eigenlijk was. Vol in de zin van: veel mensen, veel lawaai en veel hectiek. Maar ook vol op een andere manier: veel mensen, veel lawaai en veel hectiek in onze ‘eigen ruimte’.
Je eigen ruimte is geen fysieke, maar een energetische ruimte. Een ruimte waarin jij mag bestaan, met je eigen gevoelens en verlangens, precies zoals je bent. Maar hoe vaak wordt die eigen ruimte niet bevolkt door anderen dan jezelf? Voel je de druk om voor anderen te moeten zorgen, te moeten voldoen aan de verwachtingen van anderen, te moeten presteren, te moeten …. Hoeveel ruimte is er dan nog voor jou?
Misschien heb je je steeds verder terug laten dringen in je eigen ruimte en nam je genoegen met de marges en de restjes. Of was je wanhopig bezig je eigen ruimte te bevechten, iedere keer opnieuw.
Hoe kan het, dat die eigen ruimte vaak net zo vol en druk voelt als de wereld daarbuiten? Je bent je er meestal niet van bewust dat jij het bent die de ander binnenlaat. Misschien omdat je het belang van die ander groter acht dan dat van jezelf. Of omdat je niet anders hebt geleerd of bang bent voor egoïstisch te worden versleten. Het kan ook zijn dat een ander ongevraagd jouw ruimte binnen komt stappen en je geen Stop durf te zeggen.
En ineens is daar die 1,5 meter samenleving. Ineens is er ruimte tussen jou en de ander. Fysieke ruimte waardoor je niet dichtbij elkaar kunt komen, waarin je aanraking en warmte mist. Maar daarnaast ontstaat er ook een wonderlijk soort luchtledig. Een soort vacuüm dat niet als vanzelf door al die anderen wordt gevuld. Dat is jouw eigen vrijgekomen ruimte. Een ruimte die erom vraagt te worden opgevuld. Een ruimte waarin jij mag bestaan, met je eigen gevoelens en verlangens, precies zoals je bent. Een uitnodiging aan jou om je plek in te nemen, te bieden wat je te bieden hebt en te stoppen jezelf weg te geven.
Hoe vul jij jouw eigen vrijgekomen ruimte?